Stallen agrarisch gebied

 Home / Nieuws / 2018-04-25

Goed nieuws voor de paardenliefhebber: hobbystallen voor weidedieren in landbouwgebied (onder voorwaarden) mogelijk.

De Vlaamse Regering heeft bij Decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (hierna: het “Decreet”) een aantal aanpassingen doorgevoerd in de zogenaamde Codextrein.

Vóór de inwerkingtreding van het Decreet kon men maar al te vaak geen stedenbouwkundige omgevingsvergunning bekomen voor het bouwen van nieuwe stallen voor paarden of andere weidedieren in agrarisch gebied in het kader van de uitoefening van een hobby. Dit werd immers strijdig geacht met de bestemming van de landbouwgrond, die bedoeld is voor de uitoefening van professionele agrarische beroepen.

Met de invoering van het Decreet komt hier echter verandering in, waardoor het nu principieel mogelijk zal zijn om in agrarisch gebied een vergunning te bekomen voor het plaatsen van een stal voor het houden van hobbydieren.

Hieraan zijn uiteraard een aantal voorwaarden gekoppeld:

  1. Er mogen geen bestaande stallingsmogelijkheden zijn;
  2. Er mag slechts één stal worden opgericht;
  3. De stal in kwestie moet worden opgericht binnen een straal van 50 meter van een hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte residentiële woning of bedrijfswoning. Op een afgelegen weide zal derhalve geen vergunning worden toegekend;
  4. De stal mag een maximaal kroonlijsthoogte hebben van 3,5 meter;
  5. De vloeroppervlakte van de stal mag maximaal 120 m² per hectare graasland bedragen, met een absoluut maximum van 200 m².
Bij de eventuele toekenning van een dergelijke stedenbouwkundige omgevingsvergunning wordt eveneens rekening gehouden met de landschappelijke inpasbaarheid in het gebied. Deze regeling geldt echter niet in:
  1. ruimtelijk kwetsbaar gebied;
  2. bouwvrij agrarisch gebied of agrarisch gebied met overdruk natuurverweving.
Het is dus belangrijk om de juiste bestemming van uw perceel te kennen.

Ten slotte moet ook worden benadrukt dat de Vlaamse Regering vereist dat er effectief paarden of andere weidedieren worden gehouden op het perceel waarvoor de vergunning werd verleend. Indien dit niet het geval is, en de stal dus niet in gebruik wordt genomen, gedurende een periode van 5 opeenvolgende jaren dan zal de vergunning van rechtswege vervallen. In dat geval zal de stal binnen de 6 maanden moeten worden afgebroken.

De Vlaamse Regering is hiermee tegemoet gekomen aan de verzuchtingen van vele paardenliefhebbers, die tot voor kort hoogstens een schuilstal mochten voorzien op de weide waarop hun paarden stonden.


Davina Claus
Advocaat